|
In de professionele melkgeitenhouderij is melkproductie natuurlijk het belangrijkste fokdoel. Het gaat dan met name om de
gehaltes vet en eiwit in de melk en om de hoeveelheid melk die een geit produceert. Van de geitenmelk wordt kaas gemaakt.
Die heeft een witte kleur. Dat komt doordat de geit de caroteen in het voer afbreekt tot vitamine A. Caroteen is de stof die
kleur geeft aan de melk en aan de kaas.
|
|
Een hoogproductieve geit kan per jaar een productie van dertienhonderd liter halen. Er zijn echter ook geiten die maar zeshonderd
liter halen. Gemiddeld produceert de Nederlandse geit negenhonderd liter melk per jaar met 4,1% vet en 3,4% eiwit. Oudere
geiten produceren meer melk dan jonge geiten. Bij jonge geiten bepaalt het aantal lammeren de melkgift: een geit die meer
lammeren werpt, geeft meer melk.
|
|
In het verleden kon een geit na de geboorte van de lammeren ongeveer tien maanden gemolken worden. Daarna stond zij twee maanden
droog, voordat zij de volgende keer ging lammeren. Tegenwoordig zijn er steeds meer geiten die langer, tot wel twintig maanden,
gemolken kunnen worden. Dit heet duurmelken. Een geit heeft na drie à vier maanden in lactatie een productiepiek, daarna zakt het productieniveau licht, waarna het constant
blijft. In de melkgeitenhouderij maakt men steeds meer gebruik van dit gegeven door de dieren niet meer elk jaar te laten
dekken. Er is geen behoefte aan al die jonge geitjes voor de vervanging en de jonge bokjes kosten vaak meer dan ze opleveren.
Niet alle geiten zijn echter geschikt voor duurmelken, de meeste wel, maar een enkele geit zet zichzelf op den duur droog
(melkgift stopt).
|
|
|
|