Specialisatie

De meer dan driehonderd rassen die er tegenwoordig bestaan zijn in tien hoofdgroepen in te delen. Die hoofdgroepen zijn vaak terug te leiden naar de (oorspronkelijke) functie van de honden (Bron: website van de Raad van Beheer, www.raadvanbeheer.nl):
1. Herdershonden en veedrijvers (behalve de Zwitserse Sennenhonden)
2. Pinschers, Schnauzers, Molossers (dog-achtigen) en Zwitserse Sennenhonden
3. Terriërs
4. Dashonden (Teckels)
5. Spitsen en Oertypes (inclusief de sledehonden)
6. Lopende honden, zweethonden (brakken) en verwante rassen
7. Staande honden
8. Retrievers en waterhonden
9. Gezelschapshonden
10. Windhonden
© dog@vision
1. De herdershonden zijn vooral gefokt op het hoeden van vee. Soms zijn zij zeer zelfstandig en in die gevallen verdedigen zij de kudde ook. In andere gevallen is er altijd een herder bij en zijn ze vooral bedoeld om de dieren bij elkaar te drijven.
2. Pinschers, Schnauzers, Molossers (dog-achtigen) en Zwitserse Sennenhonden vormen een groep honden die als hoofdfunctie waken- en verdedigen heeft. Vaak hebben ze daarnaast nog een functie. De Schnauzers zijn bijvoorbeeld goede rattenvangers en de Zwisterse Sennenhonden en een deel van de Molossers worden ook gebruikt bij het bewaken en hoeden van het vee.
3. Terriërszijn felle jachthonden. Ze zijn gefokt voor de jacht op klein wild en worden gebruikt om wild op te sporen en uit hun hol te jagen.
4. De Dashonden zijn net als de terriërs gefokt voor de jacht op klein wild, maar dan speciaal de jacht op dassen (en vossen). Daarom heet de Teckel in Duitsland (en in het Engels) ook Dachshund.
5. De Spitsen en Oertypes horen tot een groep honden die vaak een ‘natuurlijke bouw’ hebben en waarvan de rassen en typen vaak al heel erg oud zijn. De sledehondenrassen horen bijvoorbeeld bij deze rasgroep.
6. De lopende honden en zweethonden zijn jachthonden met een uitzonderlijk goed reukvermogen. Ze speuren het wild op en blaffen als ze een spoor gevonden hebben (en volgen dat blaffend).
7. De staande honden zijn jachthonden die het wild naar de jager opdrijven en dan stijf blijven staan. Dat geeft de jager de gelegenheid te schieten zonder de hond te raken. De oorsprong van de staande jachthonden ligt in het jagen met netten, waarbij de hond bleef staan en zich met het wild onder het net liet vangen.
8. De Retrievers en waterhonden is een groep honden die wordt gebruikt bij de jacht, deze honden jagen het wild op, lokken het (bv Kooikerhondje), of halen het wild op nadat het geschoten is. Deze groep omvat ook de Spaniëls. De Spaniël is een oud type honden dat al op schilderijen uit de zeventiende eeuw voorkwam.
9. De gezelschapshonden zijn heel verschillend van uiterlijk en oorsprong. Maar ze zijn allemaal gefokt om de mens gezelschap te houden en niet voor de jacht, verdediging,of iets anders.
10. Er zijn aanwijzingen dat windhonden duizenden jaren geleden al voorkwamen in het Midden-Oosten. Wanneer de huidige rassen precies zijn ontstaan, is minder duidelijk. Oorspronkelijk werden de meeste rassen gehouden voor de jacht en voor waak en verdediging (de grotere rassen). De Engelse benaming is sight hound, wat aangeeft dat de dieren vooral hun gezichtsvermogen gebruiken bij het jagen. Tegenwoordig wordt een aantal rassen ingezet in races. Hiervan zijn de Greyhound races het meest bekend.
sluit