|
Het gedrag van honden is ondergebracht in een aantal kenmerken.
|
|
|
Gedrag
|
Omschrijving van het gedrag
|
Dominant agressief
|
Hoe graag een hond de baas wil zijn. De hond kan daarbij subtiel gedrag vertonen: hij probeert het eerst door de deur te gaan
of op de bank liggen. Maar de hond kan daarbij ook door grommen en soms zelfs bijten zijn dominante positie afdwingen. Dit
kan op mensen en op andere honden gericht zijn.
|
Angstig agressief
|
Dit is grommen en soms zelfs bijten uit angst. Dit kan op mensen en op andere honden gericht zijn.
|
Verdediging
|
In hoeverre een hond zijn baas en/of huis verdedigt. Dit gebeurt vaak met agressief gedrag, maar het is niet precies hetzelfde
als agressie. Verdediging kan zonder agressief gedrag en agressie kan zonder dat er iets te verdedigen valt.
|
Zelfstandigheid
|
Hoe afhankelijk de hond zich opstelt van zijn baas. Of hij wacht op commando’s of zelf initiatief neemt.
|
Nieuwsgierigheid
|
Interesse in nieuwe dingen.
|
Moed
|
Hoe gemakkelijk een hond over angst/een angstige situatie heen komt.
|
Temperament
|
Hoe levendig een hond is.
|
Hardheid
|
Hoe lang een leuke of minder leuke ervaring bij een hond blijft hangen. Een harde hond is moeilijker te corrigeren dan een
zachte hond.
|
Samenwerken
|
Hoe gemakkelijk een hond de bedoeling van de eigenaar kan begrijpen zonder dat een direct commando of teken is gegeven.
|
|
|