|
Een goede rashond is niet per definitie een goede werkhond. Bij de professionele fokprogramma’s (blindengeleidehonden, soms
honden voor leger en politie) worden alle honden daarom streng getest. Voor veel soorten werk zijn er te weinig honden met
voldoende specifieke kwaliteiten. Daarom worden er steeds meer professionele fokprogramma’s voor werkhonden opgezet. Het doel
van deze programma’s is om honden te fokken die helemaal voldoen aan de eisen die een bepaalde taak aan hen stelt , bijvoorbeeld
blindengeleidehond. Helaas zijn de financiële middelen van die programma’s over het algemeen zeer beperkt. Daarom zijn deze
programma’s vaak erg klein (drie tot tien teven). Dit heeft gevolgen voor zowel de mogelijkheden met betrekking tot selectie
als die met betrekking tot het behoud van de populatie. Immers, reden om deze programma’s te starten is dat deze honden aan
speciale eisen moeten voldoen. Dat wil zeggen dat ‘huishonden’ niet voldoen. De populatie is dus heel erg klein is (die drie
tot tien teven en een paar reuen), tenzij fokprogramma’s onderling kunnen uitwisselen . Zij moeten dan een vergelijkbaar doel
hebben. Dat is niet altijd eenvoudig om drie belangrijke redenen:
|
|
|
|
het fokdoel van het andere programma is anders, bijvoorbeeld de één fokt een mijnenspeurhond en de ander een blindengeleidehond; |
|
politiek, bijvoorbeeld de politie werkt op dat niveau niet samen met het leger en al helemaal niet met de politie van een
ander land;
|
|
praktische problemen, bijvoorbeeld belemmeringen voor de import van hond of sperma. |
|
|