|
Fokprogramma blindengeleidehonden
|
|
In de wereld bestaan vijf fokprogramma’s die groot genoeg zijn om in principe zonder uitwisseling met andere programma’s te
kunnen bestaan. Dit zijn vier fokprogramma’s van blindengeleidehonden (drie in de Verenigde Staten (VS) en één in Groot Brittannië)
en één fokprogramma van honden die worden ingezet bij het leger (VS). Bij die programma’s worden vier- tot zeshonderd pups
van een bepaald ras geboren per jaar. Gemiddeld zijn dat ongeveer zeven pups per nest. Sommige programma’s hebben meer dan
één ras. Een blindengeleidehondenschool in de VS, bijvoorbeeld, fokt zowel Labradors als Duitse Herders. Beide met ongeveer
vijfhonderd pups per jaar.
|
|
|
|
In het algemeen gaat het bij die fokprogramma’s als volgt: de pups worden in gastgezinnen grootgebracht en komen op ongeveer
eenjarige leeftijd weer terug. Dan worden ze getest op mogelijke geschiktheid als werkhond. De honden die dan afvallen worden
vaak terug gegeven aan het gastgezin. Als dat niet mogelijk is, wordt er andere opvang geregeld. Van de honden die mogelijk
wel goed genoeg zijn, wordt er een aantal geselecteerd om fokreu of fokteef te worden. De anderen worden in training genomen
om blindengeleidehond of politie/legerhond te worden. Vaak is er nog een tussentijds examen om de honden die duidelijk niet
goed genoeg zijn al uit de training te kunnen nemen (training is erg duur). De anderen doen aan het eind van de training examen
en de geslaagden gaan aan het werk. Met de fokdieren worden drie of vier nesten gefokt. Soms worden de fokdieren daarna alsnog
getraind en gaan zij aan het werk. Als zij daar niet geschikt voor zijn, wordt er een plek voor ze gezocht als huisdier.
|
|
|