De geboorte

De draagtijd van een hond is ongeveer tweeënzestig dagen en kan variëren van zesenvijftig tot tweeënzeventig dagen. Het moment van geboorte is niet eenvoudig te voorspellen, maar er zijn aanwijzingen. Ongeveer een week van te voren ‘zakt haar buik door’, wordt haar vulva groter en zachter, worden de tepels groter en loopt de uier vol melk. Ongeveer achtenveertig uur voor de geboorte daalt het progesteronniveau sterk. Bij sommige teven daalt de lichaamstemperatuur binnen een dag voor de geboorte. Verminderde eetlust en zenuwachtig gedrag, afgewisseld met slapen, is een laatste aanwijzing voor de naderende geboorte.
De duur van het hele geboorteproces varieert enorm. Het is heel gewoon dat er twee uur tussen de geboorte van opeenvolgende pups zit. Elke pup heeft zijn eigen placenta en die wordt meestal tegelijk met de pup ‘geboren’. Achterblijven van (resten van) een placenta resulteert in baarmoederontsteking, waar de teef aan dood kan gaan. Het is daarom heel belangrijk te controleren of alle placenta’s er in hun geheel uitkomen.
Een gemiddeld nest bestaat uit zes puppies, maar nesten van één of van dertien puppies zijn geen uitzondering. Over het algemeen krijgen grotere rassen meer pups per nest dan kleinere rassen. De meeste pups worden op natuurlijke wijze geboren, maar bij sommige rassen is dit niet mogelijk. De pups worden dan door middel van een keizersnede ter wereld gebracht. De Engelse Bulldog is een goed voorbeeld van een ras waar geboorte via de natuurlijke weg vaak niet mogelijk is. Het ras is gefokt op een grote kop en smalle heupen. Er is een groot risico dat de grote kop van de pup blijft steken in het geboortekanaal van de teef met alle gevolgen van dien voor zowel pup als teef.
sluit