Domesticatie

De kat is ongeveer 9000 jaar geleden gedomesticeerd, waarschijnlijk in Egypte. Eigenlijk heeft de kat zichzelf gedomesticeerd. Mensen stopten met rondtrekken en bouwden nederzettingen en dorpen. Wat voor de domesticatie van de kat nog belangrijker was, zij begonnen met het verbouwen van gewassen zoals granen. Als het graan geoogst werd, moest dat ook ergens opgeslagen worden. Op opgeslagen voorraden kwamen ratten en muizen af en op die ratten en muizen kwamen de katten af. De wilde katten die het aandurfden om zo dicht bij de mensen te jagen, waren zeker van een maaltijd: ratten en muizen waren er immers altijd. Op die manier werd er vanzelf geselecteerd op katten die niet zo bang waren.
Egyptenaren aanbaden de katten. Niet alleen omdat zij een zeer welkome hulp waren in de strijd tegen de ratten en muizen, maar ook om de vorm van hun ogen. De Egyptenaren geloofden in de kracht van de maan. Omdat de pupillen van katten rond kunnen zijn, maar net als de maan ook kunnen afnemen tot een sikkelvorm, dachten de Egyptenaren dat er een verband bestond tussen de katten en de maan. Overleden katten werden, net als mensen, gebalsemd, als een mummie ingepakt en bijgezet in een graf. Er zijn in Egypte complete kattengraven gevonden uit die tijd.
© H. Boetier
sluit