|
De eerste kattententoonstelling werd in 1871 georganiseerd in Engeland. Net als bij de honden ontstond er toen, eind negentiende
eeuw, pas interesse voor georganiseerde fokkerij van raskatten. Er zijn ongeveer veertig kattenrassen. De kleinste kattensoort
weegt ongeveer 2 kg en de grootste ongeveer 8 kg. De kattenrassen zijn in te delen naar de herkomst van de rassen. Eigenlijk
worden alle kattenrassen gefokt op uiterlijke kenmerken.
|
|
|
De rassen zijn in vier categorieën in te delen (volgens de Fédération Internationale Féline (FIFe), de internationale vereniging
voor raskattenliefhebbers):
|
|
|
Nummer
|
Aantal rassen
|
Categorie
|
|
Voorbeeld
|
1
|
2
|
Persische en exotische rassen
|
Pers
|
Exoot
|
2
|
9
|
Half-langharige rassen
|
Heilige Birmaan
|
Noorse Boskat
|
3
|
23
|
Kortharige rassen en Somali
|
Britse korthaar
|
Somali
|
4
|
6
|
Siamezen en Oriëntaalse rassen
|
Siamees
|
Balinees
|
|
|
Meer informatie over de rassen en hun beschrijving kun je vinden op de site van de FIFe: http://www.fifeweb.org/wp/breeds/breeds_prf_stn.html.
Die is wel in het Engels. De grootste groep is rasgroep 3 met 23 rassen, waaronder een aantal Europese rassen als de Duitse
Rex en de Blauwe Rus. Eén van de meeste extreme rassen is de Sphynx, die bijna helemaal kaal is. De scheiding tussen halflang
haar en kort haar loopt niet helemaal tussen rassen. Zo is er bij de Britse Korthaar ook een halflangharige variant.
|
|
|