Fokdoel gezondheid FNI

Naast de aandoeningen bij volwassen dieren, die behandeld worden in Fokdoel gezondheid, komt het voor dat kittens in de eerste dagen na de geboorte langzaam zwakker worden en sterven. Dit kan komen doordat zij een andere bloedgroep hebben dan hun moeder. Hoe werkt dat? Katten kunnen twee soorten bloedgroepen hebben: A of B of AB. Die laatste komt bijna niet voor en leidt ook niet tot problemen. We zullen het hier dus over A en B hebben.
Een kat met bloedgroep A heeft of twee allelen A (dus genotype A,A) of een allel A en een allel B (dus genotype A,B, niet te verwarren met AB, dat is wat anders). Een kat met bloedgroep B heeft altijd genotype B,B. Het allel A is dominant over het allel B. Dus een kat heeft bloedgroep A als hij genotype A,A of A,B heeft en bloedgroep B als hij genotype B,B heeft. Katten kunnen antistoffen in hun bloed hebben die tegen de bloedgroep werken die ze zelf niet hebben. Dus een kat met bloedgroep A kan antistoffen hebben tegen bloedgroep B en andersom. Daar zit het probleem. Met de eerste moedermelk (het colostrum) geeft de poes antistoffen door aan de kittens. Dit beschermt de kittens tegen lichaamsvreemde stoffen zoals infecties. Maar die antistoffen kunnen dus ook tegen de voor de moeder lichaamsvreemde bloedgroep werken. Als de kitten een andere bloedgroep heeft dan de moeder dan zorgen de antistoffen van de moeder die de kittens via de melk krijgen, er voor dat de kittens langzaam zwakker worden en sterven.
Deze bloedgroepintolerantie heet FNI (Feline Neonatale Isoerythrolysis). Uit onderzoek is gebleken dat 95% van de poezen met bloedgroep B antistoffen heeft tegen bloedgroep A en dat 35% van de poezen met bloedgroep A antistoffen heeft tegen bloedgroep B. Vooral als je een poes hebt met bloedgroep B is het dus goed om uit te zoeken wat de bloedgroep van de kater is voor je de poes laat dekken.
Dus in schema ziet het er zo uit (cellen in kleur zijn de mogelijke genoytpes van de kittens):
De cellen met de gekleurde achtergrond zijn de mogelijke genotypes van de kittens. De groene achtergrond geeft aan dat deze kittens geen probleem zullen krijgen. Dat zijn A-kittens uit een B-moeder. De kittens met de gele achtergrond hebben een B-vader en een A-moeder. Omdat 35 % van de A-poezen antistoffen heeft tegen B, krijgen niet alle B-kittens met een A-moeder problemen.
sluit