Voortplanting bevruchting

Per krolsheid rijpen er bij de poes één tot zes eitjes op de eierstokken. Als die eitjes rijp zijn, is de poes klaar voor de dekking. Ze scheidt nu een geur af die voor de katers het signaal is dat de poes klaar is voor de dekking. De eisprong (ovulatie) vindt pas na de dekking plaats. Deze wordt op gang gebracht door de paring. Zonder paring vindt er dus geen eisprong plaats. In dat geval verschrompelen de eitjes na verloop van tijd en worden deze weer opgenomen door het lichaam. De eigenlijk bevruchting gebeurt in de eileider, voordat de eitjes in de baarmoeder aankomen. Na zes dagen komen de embryo’s (bevruchte eicellen) aan in de baarmoeder. Daar blijven zij nog een week min of meer los zitten. Pas op de dertiende dag na ovulatie nestelen de embryo’s zich in de baarmoeder. Deze eerste twee weken vormen dus een kritieke periode, omdat de embryo’s dan nog erg kwetsbaar zijn. Na een week of drie begint het pas zichtbaar te worden dat de poes drachtig is. Ze eet en slaapt veel, haar tepels kleuren vaak wat donkerder en de beharing rond de tepels wordt minder dicht.
© H. Boetier
sluit