|
De domesticatie van kippen is op minstens drie plaatsen in Azië waarschijnlijk onafhankelijk van elkaar gebeurd ergens tussen
de vijf- en achtduizend jaar geleden. De basis voor de huidige kippen zijn ondersoorten van red jungle fowls, waarvan minimaal
vijf ondersoorten bestaan. De domesticatie van pluimvee begon niet met het oog op voedselproductie, maar voor religieuze ceremonies,
culturele uitingen en amusement. Zo werden hoenders geofferd om de goden gunstig te stemmen en werden hanengevechten gehouden
voor vermaak. Voor deze doeleinden was het uiterlijk van de kippen erg belangrijk: hoe exotischer het uiterlijk van de kip,
des te meer de goden de offergave waardeerden. Hoe imposanter de vechthaan zich toonde, hoe meer de tegenstanders werden geïmponeerd.
Bij kippen is de selectie op uiterlijke kenmerken dus waarschijnlijk ouder dan de selectie op de productie van vlees en eieren.
De adel zette de selectie op uiterlijke kenmerken later voort als hobby. Het was enorm populair om hoenders te houden en alle
verschijningsvormen nauwkeurig te beschrijven. Het ging in die tijd puur om de sier. De bijzondere kleuren en uiterlijke verschijningsvormen
waren de fokdoelen en niet zozeer de productie van de eieren en het vlees van het pluimvee.
|
|
|
©Dit beeld is beschikbaar gesteld door de Stichting Fonds voor Pluimveebelangen met de hulp van het Pluimveemuseum
|
|
|