|
Naast de sierkippen die door de adel gefokt werden, waren er de gewone huis-tuin-en-keukenkippen die al eeuwenlang in de buurt
van de gewone mensen verbleven. Op oude schilderijen van dorpen of nederzettingen komt bijna altijd een koppeltje kippen voor.
Ze scharrelden hun eigen kostje op in de vorm van insecten en afvalresten. Als het nodig was, werden eieren verzameld of werd
een kip geslacht. Van enige serieuze fokkerij was geen sprake. De kippen zorgden voor hun eigen voortplanting: de hanen bevruchtten
hennen en als deze een aantal eieren hadden gelegd, broedden zij die uit. Dat leverde tegen het eind van de negentiende eeuw
een bonte verzameling op van rassen en erfelijke kleurvarianten binnen een ras (zogenaamde kleurslagen) die op verschillende
plaatsen in Nederland waren ontstaan.
|
|
©Dit beeld is beschikbaar gesteld door de Stichting Fonds voor Pluimveebelangen met de hulp van het Pluimveemuseum |
|
|