|
Het algemene fokdoel van vleeskuikens is: ‘goedkoop kippenvlees van goede kwaliteit’. Het vlees moet mals zijn, lekker smaken
en niet te veel vet hebben. Het vlees van jonge dieren voldoet aan deze eisen en daarom worden de kuikens geslacht voordat
ze gaan vervetten. Het fokdoel ‘vlees’ is dus eigenlijk veel te algemeen. Het bestaat uit de volgende onderdelen:
|
|
De groei per dag. Om het vlees goedkoop te produceren moeten de vleeskuikens zo snel mogelijk naar het slachtgewicht groeien.
Wanneer ze minder dagen nodig hebben om het slachtgewicht te bereiken, dan kun je als boer per jaar meer vleeskuikens opfokken.
Gemiddeld hebben vleeskuikens zes weken nodig om een gewicht van 2 kg te halen. Als kippen in een minder aantal dagen naar
het slachtgewicht groeien dan hebben ze ook minder onderhoudsvoer nodig.
|
|
De voederconversie. Dit is de hoeveelheid voer in kilo’s die is nodig om 1 kg te groeien. |
|
Gemiddeld ligt dit op 1,8 kg voer per kg groei. Door te selecteren op ‘zuiniger’ kippen kan de vleesproductie ook goedkoper
worden.
|
|
Het percentage borstvlees. Het duurste vlees van het vleeskuiken is het borstvlees; ook wel kuikenfilet genoemd. Veel vlees
aan het karkas is belangrijk, maar als het ook nog borstvlees is dan is de slachterij bereid om daar meer voor te betalen.
Vroeger werden de kippen als hele karkassen verkocht. In andere delen van de wereld gebeurt dat nog steeds, maar in Nederland
en de meeste westerse landen worden tegenwoordig verreweg de meeste kippen na het slachten verder opgedeeld. In een karkas
zit ongeveer 70% vlees en 18% borstvlees.
|
|
De gezondheid. Het percentage vleeskuikens dat sterft tijdens de opfok bedraagt gemiddeld 4%. Infectieziekten spelen in de
vleeskuikenhouderij een kleine rol. De belangrijkste oorzaken van sterfte zijn hartproblemen (flipover, Sudden Death Syndrom,
ascites of buikwaterzucht). Ook pootproblemen geven uitval. Beide soorten problemen worden in verband gebracht met een te
snelle groei van het kuiken. Voor de sterke vleesgroei moet het lichaam heel veel voedingsstoffen en zuurstof opnemen en rondpompen.
Dit vraagt veel van het hart. Slechte ventilatie of koude kan voor sommige dieren fataal zijn. Meestal treedt dat op bij kuikens
vanaf vier weken.
|
|
|
|