Selectie vleesproductie

Om ideale vleeskippen te fokken moet er een reeks van kenmerken worden gemeten bij de dieren. Deze kippen worden zoveel mogelijk gehouden onder omstandigheden die overeenkomen met hun normale leefklimaat, dus voor vleeskuikens in groepen op de grond. Om de metingen te kunnen koppelen aan families, of aan andere metingen van dit dier, is het essentieel dat ze goed gemerkt zijn. Meestal gebeurt dat met een vleugelmerk waar een unieke cijfercode op staat. De selectie vindt plaats op de volgende kenmerken:
Groei per dag. De erfelijkheidsgraad is 30 %. De kuikens worden aan het begin en het eind van de groeiperiode gewogen. De gewichtstoename gedeeld door de leeftijd in dagen geeft dan de gemiddelde groei per dag.
Voederconversie. De erfelijkheidsgraad is 40%. De voederconversie wordt berekend uit voeropname en groei. De voeropname wordt gemeten bij dieren die individueel in kooien zitten. De hoeveelheid voer in het groeitraject wordt gedeeld door de groei. Het is in de praktijk niet haalbaar om de voederconversie van alle selectiekandidaten individueel te meten. Dan wordt de voederconversie die aan één familielid gemeten wordt toegerekend aan de hele familie.
Percentage filet. De erfelijkheidsgraad is 30%. Het filetpercentage is heel moeilijk te bepalen aan een levende kip. Evenals bij voederconversie wordt percentage borstvlees geschat op basis van familie-informatie. Een klein aantal van de familieleden wordt geslacht en opgedeeld om dit percentage te bepalen. Dit getal wordt representatief beschouwd voor alle familieleden. Daarnaast wordt nog een score van de vorm van de borstspier aan elke selectiekandidaat gegeven.
Gezondheid. De erfelijkheidsgraad is laag: 10%. Via selectie kan het voorkomen van uitval als gevolg van verschillende ziekten worden teruggedrongen door goed bij te houden in welke families een bepaalde aandoening veel voorkomt. Op basis hiervan worden bepaalde families uitgesloten van de fokkerij. Maar ziekten komen onder normale omstandigheden weinig voor en er zijn ook weinig verschillen tussen families. Van ascites is bekend dat deze ziekte meer voorkomt in de kou. Dus voor selectie zouden testgroepen in een koude stal geplaatst kunnen worden om te kijken of er verschillen zijn in ascitesgevoeligheid tussen families en zo ja, welke dan.
Chaamse Pel © Ad Taks
sluit