Selectie in fokkerijpiramide

Bij kippen vindt alleen selectie plaats in de basislijnen in de top van de piramide. Daar worden uit de geproduceerde haantjes en hennetjes alleen de beste geselecteerd en die mogen de volgende generatie voortbrengen. Zij produceren zowel de nieuwe generatie voor de basislijn (de nieuwe generatie in de basislijn) als die voor de grootouderdieren. De niet-geselecteerde dieren worden niet gebruikt om nakomelingen te produceren.
In de onderliggende lagen worden in principe alle dieren gebruikt om de volgende (kruisings)laag te produceren: er vindt geen verdere selectie plaats. Deze lagen zijn nodig om te kunnen kruisen. Door zeer scherp in de basislijnen te selecteren, krijg je veel genetische vooruitgang in de top. Door deze superieure dieren in een aantal stappen heel veel nakomelingen te laten produceren, worden er heel veel nakomelingen met die superieure genetische aanleg geproduceerd.
Selectie op voortplantingskenmerken voor de vermeerdering in de fokkerijpiramide vindt plaats door het tellen van het aantal eieren per hen en het tellen van het aantal eieren dat ingelegd wordt en uitkomt in de broedmachine.
©Dit beeld is beschikbaar gesteld door de Stichting Fonds voor Pluimveebelangen met de hulp van het Pluimveemuseum
sluit