Genotype milieu-interactie

Tot voor kort werden de meeste leghennen gehouden op batterijkooien. Daarin zitten vier of vijf kippen in een kleine kooi van gaas. De eieren werden daarin gewoon op de gaasbodem gelegd en rolden vanzelf weg naar de verzamelband. Vanaf 2012 is het verboden kippen nog op batterijkooien te houden. Meer en meer worden leghennen daarom nu al in systemen gehouden waar de kippen in grotere koppels zitten en waar ze veel meer kunnen bewegen. Voorbeelden zijn scharrelstallen of volièrestallen en stallen met uitloop naar buiten. In dit type huisvesting moeten de kippen zelf naar voer en water toelopen en ook zelf naar de nestkasten gaan om eieren te leggen.
Niet alle type leghennen die voor de kooien geselecteerd zijn, doen het ook goed in de alternatieve huisvestingssystemen. Er is sprake van genotype milieu-interactie. In de nieuwe huisvestingssystemen blijken er verschillen te bestaan tussen lijnen die eerder op de kooi niet te zien waren. Het zijn verschillen in gedrag die leiden tot onderlinge agressiviteit, verenpikken, kannibalisme, eten van eieren, nestelgedrag, grondeieren, broedsheid en ziektegevoeligheid. Dit laatste omdat ze elkaar gemakkelijker kunnen besmetten. Witte leggers (met een Witte Leghorn achtergrond) staan er om bekend dat zij veel verenpikken met alle schade van dien. Voor systemen met uitloop naar buiten speelt de ziektegevoeligheid ook een grote rol. Buiten komen de kippen meer in aanraking met parasieten zoals wormen. Fokbedrijven gaan nu speciaal lijnen selecteren die goed in groepen buiten kunnen worden gehouden.
sluit