|
Fokwaardeschatting en kruising
|
|
De fokwaardeschatting bij pluimvee is ingewikkeld omdat de fokdieren in de basislijn geselecteerd worden op de prestaties
van hun (achter)kleinkinderen in een kruising met drie andere rassen. Een haan uit een vleeslijn kan een heel hoge fokwaarde
halen in de top van de piramide, maar zijn achterkleinkinderen, vleeskuikens van een vierwegkruising, kunnen die fokwaarde
niet waarmaken. Conclusie: in combinatie met andere rassen past de haan minder goed. Daarom maken fokbedrijven testkruisingen
met de andere lijnen uit de vierwegkruising. Ook heterosis kan hierin een rol spelen. Tegenwoordig worden de prestaties van
het nageslacht ook zoveel mogelijk gemeten en teruggekoppeld naar de selectiekandidaten, om te bepalen wat hij of zij werkelijk
aan erfelijke aanleg heeft doorgegeven in de piramide.
|
|
©Dit beeld is beschikbaar gesteld door de Stichting Fonds voor Pluimveebelangen met de hulp van het Pluimveemuseum |
|
|