Oorspronkelijk Nederlandse rassen

In Nederland komen twintig geregistreerde hoenderrassen voor die in de loop der eeuwen zijn ontstaan. Ze zijn in te delen in vier categoriën:
De Landhoenders. Vijf ervan hebben de ‘pel’kleur: de Assendelfter, het Hollandse, Friese en Chaamse hoen en de Groninger Meeuw. Het Drentse (land)hoen heeft de ‘patrijs’kleur. De landhoenders kunnen heel goed hun eigen kostje op het erf bij elkaar scharrelen en zijn heel beweeglijk. In Engeland en Duitsland kregen deze rassen de naam van ‘alle dag leggers’ vanwege hun goede eiproductie.
De Sierhoenders. Typerend voor de sierhoenders zijn bijzondere vormen en/of een bijzondere bevedering zoals kuif, baard of bevedering van de poten. Tot de Nederlandse sierhoenders rekent men de Hollandse Witkuiven, de Kraaikoppen en de Nederlandse Uilebaarden. De Brabanters en Nederlandse Baardkuifhoenders zijn wat later ontstaan. De Sierhoenders zijn in de middeleeuwen als luxe artikel door zeevaarders vanuit de Baltische Staten naar Nederland vervoerd. Volgens andere bronnen komen ze uit Zuid-Rusland en Iran en zijn ze via Italië naar Nederland gekomen. Vanwege de bijzondere aftekening worden de Lakenvelder kippen ook tot de Sierhoenders gerekend.
De ‘nieuwe’ Nederlandse Hoenderrassen. In de afgelopen tweehonderd jaar zijn de Barnevelder, de Welsumer, het Twentse hoen, de Schijndelaar, en het Noord-Hollands hoen ontstaan. Met uitzondering van het Twentse hoen is het Cochin ras uit China gebruikt bij de ontwikkeling van deze rassen. De ontwikkeling van deze nieuwe rassen werd gestimuleerd door de grote vraag naar eieren.
De krielrassen. Nederland kent drie dwergrassen die ook wel krielen heten. Het gaat om de Nederlandse Sabelpootkriel, de Hollandse kriel en de Eikenburger kriel. Dit laatste ras is kort na 1970 ontstaan in de buurt van Eindhoven.

De Stichting Zeldzame Huisdierrassen promoot het houden van deze oorspronkelijke Nederlandse rassen door hobbyisten. Uitvoerige informatie over deze rassen is te vinden op hun website: www.szh.nl.
©Dit beeld is beschikbaar gesteld door de Stichting Fonds voor Pluimveebelangen met de hulp van het Pluimveemuseum
sluit