Kunstmatige inseminatie

Voor KI moeten hanen en hennen gescheiden worden gehouden. Het winnen van sperma en het insemineren is vakwerk. Het is arbeidsintensief. Toch heeft het ook een aantal voordelen:
De beste hanen kunnen meerdere hennen ‘bedienen’. Een verhouding van één haan op veertig hennen is mogelijk, terwijl bij natuurlijke dekking één op de tien net haalbaar is. Om de individuele eiproductie te kunnen meten,is het gewenst om hennen individueel te houden. Dan is KI praktisch en bovendien zijn dan beide ouders van de bevruchte eieren bekend.
Er zijn betere bevruchtingsresultaten bij alle hennen. Hanen treden het vaakst de kippen in het midden van de pikorde. De hoogste geven hem geen kans en de lagere kunnen niet in zijn buurt komen.
Bevruchting is ook mogelijk wanneer hen en haan erg in grootte verschillen.

Sperma winning bij hanen vindt plaats door ze met de hand te stimuleren. De hanen moeten enige tijd getraind worden voor ze het sperma op die manier laten winnen. In een ejaculaat (winning) zitten vijfhonderd miljoen tot vijftienhonderd miljoen zaadcellen. Optimale bevruchtingsresultaten bij de hen kunnen worden bereikt met zestig tot honderdtwintig miljoen zaadcellen. Vruchtbaarheidsresultaten worden minder door omgevingsfactoren beïnvloed dan het uitkomstpercentage van de eieren. Maar toch zijn er belangrijke factoren die de vruchtbaarheid beïnvloeden. De hoeveelheid licht heeft invloed op de seksuele activiteit en de spermakwaliteit. De kwaliteit van het sperma is beter na een rustperiode. Het advies is om zeven tot tien hanen per honderd hennen te houden.
Sperma kan het beste bewaard blijven bij tien graden Celsius. Na winning moet het langzaam naar de tien graden worden gebracht. Vers sperma kan in een medium twee dagen bewaard worden. Daarna gaat het bevruchtend vermogen snel omlaag. Verdunning tot één staat tot drie met een verdunningsmiddel is mogelijk en daarmee zou je dus veertig hennen kunnen insemineren. Hanensperma kan ook ingevroren worden. Op deze manier kan het langdurig bewaard worden. De invriesmethode is ontwikkeld voor de genenbank.
Een Nederlandse Uilebaard
sluit