|
De verschillende takken van paardensport stellen heel verschillende eisen aan een paard. Rassen bezitten soms eigenschappen
die zeer geschikt zijn voor het beoefenen van een bepaalde tak van sport, maar soms moet er binnen een ras geselecteerd worden
op geschiktheid voor een aantal van deze gebruiksdoelen. Er zijn ook onderdelen van de paardensport, waar niet speciaal voor gefokt wordt, zoals voltige waar veelal ook rijpaarden
voor gebruikt worden. Ook politiepaarden worden niet speciaal gefokt, hoewel aan hen wel speciale eisen worden gesteld. Een gebruiksdoel dat nog mist in deze paragraaf, is recreatie. Recreatie is een heel breed begrip, zoals bijvoorbeeld het
rijden in het bos. De meeste paardensporten worden voor het grootste deel recreatief beoefend. Dus recreatie is niet echt
een fokdoel. Vaak is voor recreatie wel een paard met een rustig karakter gewenst, maar verder worden er minder hoge eisen
gesteld aan de prestaties.
|
|
|
|
Binnen het KWPN bestaan er sinds 2006 twee richtingen in de rijpaardenfokkerij: dressuur en springen. Dit onderscheid is gemaakt
omdat de echte toppaarden over het algemeen niet én de Grand Prix in dressuur winnen én de Grote Prijs van Rotterdam in springen.
Het fokdoel van het KWPN is om goede sportpaarden te fokken. Om nog gespecialiseerder dressuur- of springpaarden te kunnen
fokken, heeft de KWPN de voorwaarden aangepast waaraan een hengst moet voldoen tijdens de keuring. Op deze manier worden er
eigenlijk twee populaties binnen het stamboek gevormd: de dressuurpaarden en de springpaarden. Bij het KWPN worden de hengsten
niet alleen getest op prestatie, maar ook op gezondheidskenmerken, waarbij men kijkt naar afwijkingen zoals cornage (een erfelijke
verlamming van de stembanden) en de kwaliteit van de gewrichten. Dit laatste gebeurt door middel van röntgenonderzoek.
|
|
|