|
Van erfelijke gezondheidsproblemen komen bij paarden twee typen voor: problemen die door een enkel gen worden bepaald en problemen
die door meerdere genen worden bepaald.
|
|
|
Problemen die door een enkel gen worden veroorzaakt, worden vaak niet beïnvloed door factoren uit de omgeving (zoals voeding
of stalling): het probleem is er of het is er niet. De meeste van dit soort problemen erven recessief over. Dat wil zeggen
dat deze problemen zich alleen voordoen als een dier twee ‘foute’ allelen bij zich draagt. Bij paarden zijn niet veel aandoeningen
bekend die door een enkel gen veroorzaakt worden. Maar een voorbeeld van zo’n aandoening is het Severe Combined Immune Deficiency
syndrome (SCID). Dieren (en mensen) met SCID hebben niet of nauwelijks afweer tegen infecties. Bij de Arabier komt het allel
dat SCID veroorzaakt voor. Gelukkig bestaat er een DNA-test en Nederlands gefokte Arabische hengsten moeten dan ook verplicht
getest worden om te bepalen of zij drager zijn van het SCID-allel. Een veulen met twee verkeerde allelen sterft vaak rond
een leeftijd van twee maanden. Dat is het moment waarop het veulen niet langer moedermelk drinkt en dus geen antistoffen meer
krijgt van de merrie . Het veulen heeft zelf geen afweer en gaat daarom vaak aan de eerste infectie dood.
|
|
|
|