|
Overerving van kleuren is een heel complex gebeuren, waarop dit leerboek niet tot in detail ingaat. Alleen de meest voorkomende
kleuren en patronen komen aan de orde. Ook de aftekeningen (witte voeten, blessen en dergelijke) worden hier niet besproken.
In de tekst staan de allelen steeds in hoofdletters en kleine letters weergegeven. Een hoofdletter betekent dat het om een
dominant (overheersend) allel gaat en een kleine letter dat het om een recessief (onderdrukt) allel gaat.
|
|
Basiskleuren Alle paarden en pony’s hebben als basis de zwarte of bruine kleur. De voskleur is eigenlijk de rode of bruine kleur zonder
zwart. Het E-gen bepaalt of de zwarte kleur tot expressie komt. Alle zwarte en bruine paarden hebben in elk geval één hoofdletter
E (dus het Ee- of EE-genotype). De voskleurigen hebben twee kleine e’s (dus het ee-genotype). Zwart is dominant over vos,
dat recessief is. Bruine paarden zijn paarden die bruin zijn, maar zwarte manen, een zwarte staart en zwarte onderbenen hebben.,
Zij hebben bijvoorbeeld genotype AA of Aa. De aanwezigheid van het bruine allel (AA of Aa zorgt ervoor dat een paard niet
de zwarte of voskleur kan hebben. Dus:
|
|
Vos: aa ee of Aa ee of AA ee Zwart: aa EE of aa Ee Bruin: AA EE of AA Ee of Aa EE of Aa Ee
|
|
Het A- en het E-gen liggen op verschillende chromosomen en erven onafhankelijk van elkaar over. Dat betekent bijvoorbeeld
dat een bruine hengst met het genotype Aa Ee spermacellen produceert met vier verschillende combinaties van allelen: AE, aE,
Ae en ae. In combinatie met de allelen van de merrie kan een toekomstig veulen daardoor verschillende kleuren krijgen.
|
|
|
|