|
De organisatie van het fokprogramma verschilt tussen stamboeken. Het KWPN, KFPS (Koninklijk Fries paardenstamboek) en het
Shetlander stamboek zijn voorbeelden van stamboeken die fokwaarden gebruiken bij de selectie van hun hengsten. Bovendien gebruiken
merriehouders die fokwaarde bij de selectie van hengstveulens voor het dekken. Voor welke kenmerken een stamboek de fokwaarden
schat, verschilt per stamboek. Andere stamboeken dan de zojuist genoemde, selecteren hun hengsten meestal op basis van hun eigen prestatie: hoe de hengsten
zich in de keuringsring laten zien, aangevuld met spermaonderzoek en soms een gezondheidsonderzoek of een DNA test. In alle gevallen staat het de merriehouders eigenlijk vrij om elke merrie te laten dekken door een door het stamboek goedgekeurde
hengst. Veel merriehouders laten alleen hun goede merries dekken. Maar er zijn ook mensen die graag een veulentje willen.
Dan kunnen argumenten als: ‘ze is nu toch kreupel, dan kan ze wel een veulen krijgen …’ of: ‘het is zo leuk voor de kinderen
…’, een reden zijn om een de merrie te laten dekken. Het stamboek heeft weinig invloed op de kwaliteit van de merries (alleen
door de minimumeisen) en zij heeft in het algemeen geen invloed op de keuze van de dekhengsten. Bij sommige stamboeken worden
er grenzen gesteld aan het aantal merries dat een hengst per seizoen mag dekken. De reden daarvoor wordt besproken onder het
kopje Inteelt.
|
|
|
|