|
Er zijn twee typen stamboeken: moederstamboeken en dochterstamboeken. Deze naamgeving heeft niets met familierelaties van
de paarden te maken, maar met internationale afspraken. Een moederstamboek is een stamboek van een ras in het land van herkomst.
Een dochterstamboek is een stamboek van datzelfde ras, maar in een ander land. In Nederland bestaat bijvoorbeeld het moederstamboek
voor het Friese paard, maar dochterstamboeken van de Welsh pony, de Quarter horse en de Shetlander. Omdat de meeste rassen
niet oorspronkelijk uit Nederland komen, zijn er in ons land meer dochterstamboeken dan moederstamboeken. Een enkele keer
wordt er een uitzondering gemaakt op de regel dat een moederstamboek een ras uit het land van herkomst beheert. Omdat in Ierland
het Tinkerstamboek is opgeheven, is Nederland nu de houder van het moederstamboek van de Tinker.
|
|
|
Een moederstamboek moet de dochterstamboeken erkennen. Dat wil zeggen dat ze officieel moet accepteren dat er in een ander
land ook een stamboek is voor hun ras. Verder definieert het moederstamboek altijd de rasstandaard. De hengsten die door het
moederstamboek zijn goedgekeurd mogen altijd door dochterstamboeken worden gebruikt. De hengst hoeft daar niet opnieuw voor
gekeurd te worden. Voor kleine dochterstamboeken is het verplicht om aan te tonen dat ze ‘bloed uitwisselen’ met het moederstamboek.
Dat betekent dat zij dieren of sperma importeren en exporteren.
|
|
|
|