Het Gelderse paard

Het Gelderse Paard vormt samen met het Groninger Paard, het Friese Paard en het Nederlands Trekpaard een kwartet van Nederlandse rassen. Van dat kwartet zijn het Gelderse en het Groninger paard (zie aldaar) onderling het meest verwant.
Deze vier rassen hebben de aandacht getrokken van de SZH, de Stichting Zeldzame Huisdieren, omdat zij in hun voortbestaan worden bedreigd. De SZH heeft het jaar2009 uitgeroepen tot het jaar van het Gelders paard ras. Maar niet alleen de SZH, ook de bereden politie en een enkele bierbrouwerij hebben aandacht voor het Gelderse Paard. Het type is te beschrijven als een middelzwaar warmbloed paard met een tamelijk lange nek, een lange en schuine schouder, een ruime borstkas en een uitgesproken schoft. Het dier heeft forse, harde benen en ruime gangen. De kleur is veelal bruin. Het Gelders Paard is energiek, maar heeft een rustig temperament. De fokkerij van dit paard is geconcentreerd in het Gelders rivierengebied, in de provincie Utrecht in Zuid- Holland en Noord-Brabant. In 1890 werd een stamboek voor dit ras opgericht. In het begin van de twintigste eeuw kende het ras twee typen: het landbouw-koetspaard (met Oldenburger en Oost-Fries bloed) en het luxe koetspaard (met Normandisch, Hackney- en Holstein-bloed). Uit deze twee typen ontstonden respectievelijk het zwaardere en het lichtere landbouwtuigpaard, later beide populair bij de landelijke rijverenigingen. We spreken nu over het (Gelderse) Veelzijdigheidspaard. Vanaf 1960 is er slechts een type van dit ras over: het door het Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek (KWPN) erkende Gelderse Basispaard. Uit dit type paard fokt men zowel rij- als tuigpaarden.
Het KWPN kent heden ten dage in totaliteit drie typen: het Rijpaard, het Tuigpaard en het Basispaard. Dit laatste type, ook wel het Veelzijdigheidspaard, is vooral gebaseerd op het Gelderse paard. Afhankelijk van de hengst die de veelzijdigheidsmerrie dekt, ontwikkelt het uit de paring ontstane veulen zich tot rij- of tuigpaard.
In 1979 vond de oprichting plaats van de Vereniging van Fokkers en Liefhebbers van het (Gelders) Basispaard. Op dat moment waren er nog slechts elf goedgekeurde Gelderse hengsten over. In 1994 ging het nog slechts om zeven goedgekeurde hengsten die tezamen driehonderd min-of-meer zuivere Gelderse merries dekten.
sluit