Het Groninger Paard

Het Groninger paard is een niet te zwaar warmbloed paard met een rustig temperament, een betrouwbaar karakter, een groot uithoudingsvermogen en een zeer goede werklust. Het Groninger paard heeft een krachtige en gespierde bouw. De kleur is voornamelijk (donker)bruin, zwartbruin of zwart met geringe witte aftekeningen, vossen en schimmels zijn zeldzaam. Het tegenwoordige Groninger paard is een veelzijdigheids- en recreatiepaard, geschikt voor aangespannen werk en als rijpaard. Zijn karaktereigenschappen maken hem tot een betrouwbaar paard.Halverwege de negentiende eeuw werd door inbreng van Oldenburgers en Oost-Friese hengsten op de boerderijen een landbouwtuigpaard gefokt dat gemakkelijk in omgang was, met sterk beenwerk en goede hoeven voor het werk op de zware kleigronden. Daarnaast werd ook met Holsteinerhengsten gefokt. Het paard bleek een uitstekend landbouwpaard, niet alleen in de provincie Groningen, maar ook in Friesland en Drenthe.
In de dertiger jaren van de twintigste eeuw was het Groninger paard van het Oldenburger type een zeer bruikbaar boerenpaard dat in staat was het zwaarste landbouwwerk uitstekend te verrichten. Ook voor artilleriewerk en de landelijke rijsport werd het paard ingezet. De gangen van het paard waren ruim en vlot zonder de verheven acties van het typische tuigpaard.In de vijftiger jaren van de vorige eeuw veranderde de fokrichting en werden meer eisen gesteld aan adel, luxe en hardheid. Rond 1960 kwam de ontwikkeling van landbouwpaard naar rijpaard op gang. Daarvoor kruiste men Holsteiners, Trakheners en Engelse Volbloeden in. Op dat moment waren er nog ongeveer honderd raszuivere Groningen merries en de hengst Baldewijn, voor driekwart Groninger. Hij kon net op tijd voor de deur van het slachthuis behouden  worden waarna hij werd ingezet voor de fokkerij. In 2007 waren er vierhondertwintig fokmerries en zesendertig hengsten.
In 1982 werd de 'Vereniging het Groninger Paard' opgericht en in 1985 kwam een vernieuwd Stamboek tot stand. Dit stamboek kwam voort uit de 'afdeling Bovenlands paard' van het in 1879 opgerichte Paardenstamboek. In dat jaar werd deze afdeling opgesplitst in het Groningsch Paardenstamboek en het Drentsch Paardenstamboek. In 1942 werden beide stamboeken echter weer samengevoegd tot het Noord-Nederlandsch Warmbloed Paardenstamboek (NWP) In 1970 fuseerde het NWP met de 'Vereniging ter bevordering van de Landbouw-tuigpaardenfokkerij (VLN) tot de Vereniging Warmbloed Paardenstamboek Nederland (WPN). In 1988 werd bij honderd jaar geregistreerde warmbloedfokkerij door H.M. Koningin Beatrix het predicaat `koninklijk’ verleend. Sindsdien heet het stamboek: KWPN.
sluit