Spermakwaliteit hengst

Bij de selectie van hengsten voor de fokkerij is het belangrijk om te weten of de hengst voldoende sperma van goede kwaliteit levert. De houder van een merrie die ervoor kiest een bepaalde hengst te gebruiken, wil ook een garantie dat die hengst de merrie drachtig kan maken. Daarom wordt een hengst die voor goedkeuring door een stamboek in aanmerking komt, standaard onderzocht op spermakwaliteit. Een compleet onderzoek bestaat uit onderzoek van het geslachtsapparaat van het paard door een dierenarts en uit het tweemaal, met een tussenpoos van een uur, laten springen van de hengst op een kunstpaard. In het opgevangen sperma wordt de beweeglijkheid, de houdbaarheid, de concentratie en de vorm van de zaadcellen onder een microscoop bekeken en beoordeeld. Het percentage bewegende cellen wordt meteen na de sprong, na 24 uur en na 48 uur vastgesteld. Door aan het sperma kleurstof toe te voegen wordt het percentage levende en dode zaadcellen berekend. (Dode en levende cellen nemen de kleurstof in verschillende mate op.) Ook wordt het gewonnen sperma onderzocht op de aanwezigheid van schadelijke bacteriën. Uiteraard stelt de fokkerij hoge eisen aan de kwaliteit van het sperma, maar soms kan de spermakwaliteit door toevallige omstandigheden tijdelijk minder goed zijn. Het aantal dekkingen, de gezondheid en de belasting van de hengst beïnvloeden de spermakwaliteit ook. Een gezonde hengst waarvan niet te veel gevraagd wordt, heeft vaak het beste sperma. Soms wordt een hengst met een matige spermakwaliteit toch goedgekeurd, omdat de hengst een unieke afstamming heeft en zo een bijdrage kan leveren aan het verlagen van de gemiddelde verwantschap in de populatie.
sluit