Bont gezelschap in de wei tot de negentiende eeuw

In de zeventiende eeuw liep een bont gekleurd gezelschap koeien in de Nederlandse weilanden en op de `woeste’ gronden. Woeste grond is land dat niet vruchtbaar genoeg is om er akkerland van te maken. De koeien stamden af van runderen die uit Noord-Duitsland en Denemarken waren gehaald. Als de Nederlandse melkstapel te klein was geworden door een besmettelijke ziekte of door oorlog, werden er namelijk koeien uit die landen gehaald. Dat gebeurde vooral in het voorjaar. De dieren werden dan in de zomer vet gemest voor het vlees. De verscheidenheid aan vormen en kleuren is er nog steeds.
sluit