Specialisatie op melkproductie

In het midden van de achttiende eeuw kochten buitenlanders Nederlandse koeien. Deze koeien stonden ook toen al bekend om hun goede melkgift. De Nederlandse fokkers hadden de gewoonte alleen kalfjes aan te houden van koeien die veel melk gaven. Nog steeds worden koeien gefokt om hun melkproductie en om hun vleesproductie. Vanaf 1880 werd vooral gefokt met Zwartbont Fries Hollands, met Maas-, Rijn- en IJsselkoeien (MRIJ) en met de zwarte en rode Groninger Blaarkop. Die gaven veel melk én ze hadden veel vlees. Die oude rassen met een dubbel doel zijn er nog steeds.
Andere oude dubbeldoelrassen die nog steeds bestaan zijn bijvoorbeeld de Witrik, de Lakenvelder en de Fries Roodbonte. De Witrik is een koe met een witte streep over de rug. In het zuidwesten van ons land liep dit ras al in de veertiende eeuw rond. De Lakenvelder is in de negentiende eeuw gefokt om zijn mooie tekening. De Lakenvelder was vooral populair op landgoederen. De Friese Roodbonte stamt af van geïmporteerde Deense koeien.
In de negentiende eeuw kochten Amerikaanse fokkers goede zwartbonte melkkoeien op in Nederland en Noord-Duitsland (Holstein). Daaruit fokten ze de Holstein Friesian populatie, die ze vooral selecteerden op melkproductie. Na een aantal rassenvergelijkingen en kruisingsproeven in de jaren zeventig van de twintigste eeuw werden de zwarte of rode Holstein Friesians erg populair in Nederland vanwege hun hoge melkproductie en goede uiers. De Holstein Friesian nam de plaats in van de Fries Hollandse koeien, de Blaarkop en in mindere mate van de MRIJ-koeien.
De gemiddelde Nederlandse melkkoe produceerde in 2006 26 kg melk per dag met 4,39% vet en 3,51% eiwit. De hoge productie is een gevolg van de invoer van de Holstein Friesians en de selectie op melkproductie.
Buitenlandse melkveerassen die je in Nederland kunt tegenkomen zijn: de Jersey uit Denemarken, de Brown Swiss uit Noord-Amerika, het Fleckvieh uit Midden-Europa en de Montbéliarde uit Frankrijk.
Het verloop van de melkproductie op bedrijven die deelnemen aan 'koeien en kansen'(K&K) met een hoge melkproductie en Bioveem bedrijven (biologische melkveehouders) laat zien dat specialisatie op melkproductie effect heeft.
sluit