Specialisatie op vleesproductie

In Nederland wordt met een variatie aan rassen op verschillende manieren vlees geproduceerd. In de eerste plaats levert de melkveestapel koeien die niet meer gemolken worden voor de slacht. In de tweede plaats zijn er de kalveren die niet nodig zijn voor de vervanging in de melkveestapel. Zij zorgen voor een groot deel voor de productie van blank of rosé kalfsvlees. Dit vlees is licht van kleur omdat de kalveren gevoed worden met kunstmelk op basis van mager melkpoeder. Ten derde zijn er de kalveren met een heel goede aanleg voor vleesproductie, bijvoorbeeld de kruising tussen een melkkoe en een vleesrasstier. Zij worden gebruikt voor de productie van rood vlees of van stierenvlees. Deze productie vindt plaats op gespecialiseerde bedrijven waar de koeien veel snijmaissilage eten. Die bedrijven nemen ook de vierde groep op, namelijk de kalveren van de gespecialiseerde vleesrassen die gescheiden worden van hun moeder en niet naar de fokkerij gaan. Nederland kent veel rassen die gespecialiseerd zijn in vleesproductie.
Het MRIJ-vee is een roodbont ras dat vroeger vooral rond de grote rivieren voorkwam. Dit vee wordt gehouden voor de melk- en vleesproductie. Sommige dieren van het MRIJ-ras hebben een mooie donkerrode of kastanjebruine vacht. Een groep enthousiastelingen is hierop gaan fokken en heeft in het begin van de eenentwintigste eeuw het Brandrode Stamboek opgericht. De Brandrode koeien grazen als zoogkoe met hun kalf bijvoorbeeld in de uiterwaarden langs de rivieren. Zij moeten voorkomen dat grasvlakten in bos veranderen en zijn gewild om hun goede kwaliteit rundvlees. Binnen het MRIJ-ras komen ook dieren voor met een heel extreme (‘dubbele’) bespiering. Er is ook een groep fokkers speciaal hierop is gaan selecteren en zo ontstond het Verbeterd Roodbont-ras. Dit ras is bij slagers heel gewild om de kwaliteit van het vlees.
Ook de Belgische Witblauwe is zo’n dubbelbespierd ras. Deze dubbele bespiering wordt dikbil genoemd en berust op één erfelijke factor, op de aanwezigheid van één allel. Maar de dikbilfactor van deze twee rassen is volop in discussie, omdat het merendeel van de kalveren van deze rassen via de keizersnede geboren moet worden.
Andere, buitenlandse, vleesrassen zijn de Limousin, de Charolais en de Blonde d’Aquitaine (alle drie uit Frankrijk) en de Piëmontese (uit Italië). De Engelse vleesrassen Aberdeen Angus en Hereford komen ook in Nederland voor, maar in kleine aantallen.
sluit