Selectie op vleesproductie

In de gespecialiseerde vleesproductie is de groei per dag of het gewicht op een vaste leeftijd een belangrijk kenmerk waarop wordt geselecteerd. Groei is een kenmerk dat bij beide geslachten te meten is door de individuele dieren op gezette tijden te wegen onder geconditioneerde omstandigheden. Dat betekent dat de weegschaal geijkt moet zijn: als er geen dier op staat, moet de schaal echt op nul staan en regelmatig moet met standaardgewichten een controle uitgevoerd worden. Ook moeten de dieren op een vast tijdstip van de dag voor of na het voeren gewogen worden. Bij de gespecialiseerde vleesrassen bestaat er voor stieren een eigenprestatietoets. Hiermee wordt getest of een jonge stier geschikt is voor de vleesproductie waarbij gekeken wordt naar de groei en de eigenschappen van het karkas. Het is daarbij belangrijk dat de test gebeurt onder een aantal standaard voorwaarden: de stieren staan altijd op stal, ze krijgen een vast rantsoen en worden op vaste tijden gewogen en beoordeeld. Naast de groei per dag zijn de bevleesdheid en de vetbedekking van het dier belangrijke aanwijzingen voor de waarde van een karkas voor de slager. Bij de eigenprestatietoets worden deze kenmerken op de eindleeftijd geschat of gemeten met geluidsgolven. Je zou de kwaliteit van het karkas het liefst direct willen meten, maar dan moet een dier eerst geslacht worden. Dat betekent dan dat een dier niet meer gebruikt kan worden voor de fokkerij. Bij de schatting van de karkaskwaliteit worden ook gegevens van familieleden gebruikt die al geslacht zijn.
Voor stieren van alle rassen kan er een vleesindex berekend worden met informatie van geslachte nakomelingen over het karkasgewicht, de bevleesdheid en de vetbedekking van het karkas. Voor de vleeskalveren wordt de vleeskleur daar nog aan toegevoegd.
Bij de gespecialiseerde vleesveerassen worden de kalveren bij de koe grootgebracht. De moedereigenschappen van de zoogkoe, onder andere de melkproductie en de zorg voor het kalf, zijn daarom ook belangrijk bij de selectie. Die melkproductie wordt indirect gemeten door het gewicht van het kalf vast te stellen bij het spenen (het scheiden van het kalf en de moederkoe).
Bevleesdheid van de karkassen van roodbonte en zwartbonte koeien
sluit