Fokkerij en ziekten

Bij runderen komt een aantal erfelijke gebreken en ziekten  voor:
Erfelijke gebreken. In de rundveefokkerij wordt een klein aantal stieren heel intensief gebruikt. Wanneer deze stieren een recessieve erfelijke eigenschap dragen, kan dit bij inteelt leiden tot de geboorte van kalveren met een afwijking. DNA-tests maken het mogelijk de dragers van recessieve allelen op te sporen en uit te sluiten van de fokkerij. Voorbeelden van erfelijke gebreken zijn Blad (kalveren die erg gevoelig zijn voor ziekten en daaraan doodgaan) en CVM (misvormde kalveren).
Been- en klauwgebreken. De klauwgebreken zijn zoolzweren, tussenklauwontstekingen of ernstige huidaandoeningen rond de klauw (de ziekte van Mortellaro). Deze aandoeningen leiden tot lichte of ernstige kreupelheid. Ontstoken hakken zijn een voorbeeld van beengebreken. Tijdens de bedrijfsinspectie worden de beenstanden (achter en zijdelings), de klauwhoek en het beengebruik gescoord. Deze kenmerken worden gebruikt voor fokwaardeschatting en selectie op goed beenwerk dat minder gevoelig is voor ziekten.
Mastitis, ook wel uierontsteking genoemd. Meestal ontstaat de ontsteking van een kwartier (een van de vier onderdelen van een uier) door infectie met een bacterie. Door de ontsteking komen er veel ontstekingscellen in de melk. Tijdens de controle van de melk wordt het aantal ontstekingscellen (celgetal) in de melk van de vier kwartieren samen gemeten. Het celgetal uit de melkcontrole wordt gebruikt om een fokwaarde voor celgetal van een koe zelf of van haar vader te schatten. Dit is dan de indicator voor de gevoeligheid voor uierontsteking. De vorm van de uier en de snelheid waarmee de melk afgegeven wordt (melksnelheid) hebben invloed op de vatbaarheid voor mastitis Er wordt een fokwaarde berekend voor de gezondheid van de uier op basis van de speenlengte, de uierdiepte, de vooruieraanhechting, het celgetal en de melksnelheid. Tijdens de bedrijfsinspectie legt de inspecteur van het stamboek deze kenmerken vast in het keuringsrapport van een koe die eenmaal gekalfd heeft. De stamboekinspecteur komt eenmaal per acht maanden op een bedrijf om deze eerste kalfskoeien te keuren. Dit noemt men de bedrijfsinspectie.
sluit