Drachtigheidscontrole

Wanneer een koe drie weken na een inseminatie niet meer tochtig wordt, is zij waarschijnlijk drachtig. Dit geldt niet voor alle koeien. Het kan zijn dat de koe na de inseminatie wel tochtig is geweest, maar dat dit niet opgemerkt is, of dat het embryo is gestorven.
Zoals uit de grafiek blijkt, daalt de fokwaarde voor tussenkalftijd. Dit betekent dat de tijd tussen twee kalveren bij de melkkoeien steeds langer wordt. Een belangrijke reden voor deze langere duur is de afnemende vruchtbaarheid van de koeien. Koeien worden later tochtig na het kalven, de tocht (bronst) van de koeien is minder duidelijk en er zijn meer ‘terugkomers’ na inseminatie. Wanneer een koe is geïnsemineerd wil de fokker zo snel mogelijk weten of zij echt drachtig is.
Er zijn twee manieren om te controleren of een koe echt drachtig is. Als een koe 30 dagen na de inseminatie niet tochtig is geweest, kan de dracht bevestigd worden met een echoscopie. De baarmoeder en de eventueel aanwezige jonge vrucht zijn dan zichtbaar op een echo. Na 42 dagen kan een ervaren persoon (een dierenarts of een inseminator) bij een rectaal onderzoek ook voelen of een koe drachtig is.
Zowel bij zwartbont als bij roodbont daalt de erfelijke aanleg voor tussenkalftijd als teken dat de vruchtbaarheid afneemt
sluit