|
Kunstmatige voortplanting
|
|
Na de Tweede Wereldoorlog is de kunstmatige inseminatie (KI) bij rundvee sterk toegenomen. Aanvankelijk was het een goed middel
om dekinfecties te voorkomen die verspreid werden door natuurlijk dekkende stieren. KI-stieren worden getraind om een kunstkoe
te dekken. Het verzamelde sperma wordt verdund en de inseminatiedoses worden in rietjes ingevroren en bewaard in vloeibare
stikstof. Hierdoor is het mogelijk sperma over grote afstanden te vervoeren. De topstieren krijgen zo zelfs nakomelingen in
verschillende landen.
|
|
|
De inseminator ontdooit (of de boer als hij daar een doe-het-zelfcursus voor heeft gevolgd) het rietje met ingevroren sperma
achter de te insemineren koe en brengt het in de baarmoedermond.
|
|
De techniek van de KI staat bij runderen op een hoog niveau. Omdat vrijwel iedere veehouder over hun sperma kan beschikken,
kunnen goede fokstieren breed benut worden. KI is een krachtig middel om de erfelijke vooruitgang die in een fokprogramma
wordt gerealiseerd breed te verspreiden met sperma van de fokstieren die uit dit programma komen.
|
|
De spermaproductie en de KI-techniek is zo goed, dat tien stieren in principe voldoende rietjes kunnen produceren om de hele
Nederlandse rundveestapel drachtig te maken.
|
|
|
|