|
Embryotransplantatie (ET)
|
|
Voor koeien is er een methode ontwikkeld voor embryotransplantatie (ET). Er zijn twee manieren om embryo’s te verkrijgen.
De eerste manier is superovulatie van koeien en het uitspoelen van de baarmoeder en de tweede manier is het kweken van embryo’s.
|
|
|
Bij de methode van superovulatie krijgt de koe hormonen waardoor er bij de tocht meerdere eicellen vrijkomen. Na de inseminatie
groeien er verschillende embryo’s in de baarmoeder. Op dag zeven na inseminatie worden die eruit gespoeld. Vervolgens worden
deze embryo’s vers geïmplanteerd in een ontvangster of worden ze ingevroren en later geïmplanteerd.
|
|
Bij het kweken van embryo’s worden de rijpe follikels van de eierstokken afgezogen onder plaatselijke verdoving. De eicellen
uit deze follikels worden in het laboratorium opgekweekt, bevrucht en na zeven dagen als embryo geïmplanteerd in een pink
of een koe (een draagmoeder) die zeven dagen daarvoor tochtig is geweest. Dit noemt men de IVP-methode (in vitro productie).
|
|
Deze technieken zijn kostbaar en worden alleen gebruikt bij topkoeien waarvan de nakomelingen veel waard zijn voor de fokkerij
of voor de handel/export. Met de kweektechniek kan een koe 15 embryo’s per week produceren en kunnen er van één koe 250 kalveren
per jaar worden geboren.
|
|
|
|