Specialisatie wolproductie

Bij schapen leveren ook wol. Maar de schapenrassen die in Nederland worden gehouden hebben over het algemeen een matige kwaliteit wol. Een groot deel van de vacht heeft een vrij grove vezel, ook wel tapijtwol genoemd. Een kleiner deel heeft een wat fijnere vezel en die wordt gebruikt voor kleding bijvoorbeeld. De wolprijs is wereldwijd erg laag en de prijs van deze mindere kwaliteit wol is nog lager. Het scheren van de schapen kost meer dan de wol kan opbrengen. Wol is in Nederland dan ook een bijproduct. De schapen moeten één of twee keer per jaar geschoren worden en dus is er wol.
Een schapenras met een hoge kwaliteit wol is de Merino. Dit ras wordt veel in Australië gehouden en is niet goed tegen ons natte klimaat bestand. De wol van dit schaap is van zeer hoge kwaliteit met een groot aandeel zeer fijne vezels. In Australië brengt wol nog wel wat op en worden de schapen op wolkwaliteit geselecteerd met de bedoeling om de vezel nog fijner te krijgen.
De verwachting is dat wol in Nederland ook op de lange termijn weinig waard blijft. In Nederland worden naar Duits voorbeeld de eerste proeven gedaan met ‘Ruischapen’. Dat zijn schapen die de wol spontaan verliezen, die je dus niet meer hoeft te scheren.
sluit