Specialisatie vleesproductie

In de varkenshouderij heeft een enorme concentratie en intensivering plaatsgevonden. Vroeger was het gebruikelijk dat er een paar varkens werden gehouden op een gemengd bedrijf waar bijvoorbeeld ook koeien werden gehouden. Deze bedrijven kwamen verspreid over het land voor. Nu zijn er grote gespecialiseerde varkensbedrijven, voornamelijk in Brabant. Op de Veluwe en in de Achterhoek zijn van oudsher ook veel varkens te vinden, maar de groeiende bedrijven zitten met name in Brabant. In 2005 werd 96% van de fokzeugen gehouden op bedrijven met meer dan honderd zeugen.
© Nationaal Veeteeltmuseum
De fok- en vleesvarkens worden in grote aantallen in gesloten stallen gehouden. Naast deze manier van varkens houden is er op beperkte schaal biologische varkenshouderij ontstaan. Die onderscheidt zich onder andere doordat varkens buiten lopen en door het gebruik van stro in de hokken. In het topjaar 1995 werden er in totaal 14,4 miljoen varkens geteld op varkensbedrijven in Nederland. Dat is ongeveer één varken per Nederlander! In 1960 waren dit er nog maar drie miljoen en in het begin van de eenentwintigste eeuw stabiliseerde het aantal varkens zich rond de elf miljoen. Van dit aantal is 41% big, 49% vleesvarken (>20 kg), 9% fokzeug of beer en 1% opfokzeug of opfokbeer.
Het varken wordt in Nederland vrijwel uitsluitend voor één doel gehouden en dat is de productie van varkensvlees. Een enkele hobbydierhouder of een kinderboerderij heeft één of een paar varkens. Sporadisch worden varkens ingezet om in een stuk natuur te voorkomen dat moeras geleidelijk aan verandert in bos.
sluit