|
In de fokwaardeschatting van varkens is de computer sinds 1985 niet meer weg te denken. In de computer worden de gemeten kenmerken
en de afstamming van de dieren opgeslagen, maar de computer berekent ook de fokwaarden van de varkens. Als alle relevante
informatie van het varken ingevoerd wordt, maakt een rekenprogramma de fokwaardeschatting voor het varken en zijn verwanten.
Dat is bijzonder handig, maar het is wel essentieel om de afstamming van elke nieuw geboren big te registreren en om de belangrijke
kenmerken als levensvatbaarheid, geboortegewicht, worpgrootte, erfelijke gebreken, gewicht op een bepaalde leeftijd, de hoeveelheid
opgenomen voer, het exterieur van het dier (beenwerk en dergelijke) de spekdikte van het levende dier en van het karkas en
de karkas- en vleeskwaliteitskenmerken nauwkeurig vast te leggen. Het is natuurlijk wel zo dat niet alle kenmerken voor alle
lijnen even belangrijk zijn: vleeskwaliteitskenmerken zijn bijvoorbeeld minder belangrijk in een zeugenlijn en worpgrootte
is minder belangrijk in een berenlijn.
|
|
|
Op het moment dat een dier geboren wordt, heeft het al een fokwaarde. Dat is immers de verwachte waarde voor een bepaald kenmerk
dat gebaseerd is op de fokwaarde van de ouders. Wanneer er nieuwe informatie is van het dier zelf of van verwante dieren dan
wordt de fokwaarde opnieuw geschat. Een goed voorbeeld waarbij alle informatie voor een fokdier benut wordt, is de CCPS-selectie.
Hierbij wordt de informatie vanuit de slachtlijn van de geslachte, gekruiste vleesvarkens teruggekoppeld naar de grootouders
in de zuivere lijnen. Zo worden de grootouders geselecteerd op hun geschiktheid als grootouderdier in een kruising.
|
|
|
|