Genomische selectie

Selectie met genetische merkers komt steeds meer voor in de varkensfokkerij. Genetische merkers worden vooral gebruikt om kenmerken te verbeteren die pas na het slachten gemeten kunnen worden. Met succes is een groot aantal lijnen ongevoelig voor stress geworden door selectie op het allel dat varkens stressgevoelig maakt (zgn halothaan gevoeligheid). Dit allel kwam veel voor bij het ras Piëtrain. Het is belangrijk om te selecteren op stress, omdat stress rond het slachten sterke afwijkingen veroorzaakt in de vleeskwaliteit.
Een ander gen dat vleeskwaliteit beïnvloedt, is het RN-gen, dat afkomstig is uit het Hampshire ras. Een bepaald allel van dit gen leidt tot groot dripverlies (vocht dat uit het vlees lekt). Ook dit is met genetische merkers ‘weggeselecteerd’. Binnen afzienbare tijd zijn bij andere varkens ook toepassingen van genomische selectie, selectie met genetische merkers, te verwachten. Hierdoor zullen de fokwaarden nog betrouwbaarder geschat kunnen worden. Dit geldt met name voor de kenmerken die niet aan jonge dieren zelf gemeten kunnen worden.
©Hogenkamp - Fokvarkens
sluit