Genenbank gebruik

In Frankrijk heeft men al vroeg in de jaren zeventig van de vorige eeuw een genenbank voor varkens aangelegd. In 1998 is sperma uit de genenbank gebruikt voor een proef om te zien in hoeverre de erfelijke aanleg in de jaren zeventig verschilde van die in de jaren negentig. Er was sperma van Large White beren ingevroren in 1977 en dit is 1998 gebruikt. Tegelijkertijd zijn Large White beren uit 1998 ingezet en de nakomelingen van deze twee groepen beren zijn vergeleken. Uit de vergelijking van de nakomelingen van deze beren blijkt dat ondanks het feit dat de biggen bij de geboorte maar iets zwaarder zijn geworden de kans op doodgeboorte verdubbeld is. De resultaten van fysiologisch onderzoek suggereren dat de toename in spiergroei en in vruchtbaarheid van de zeug heeft geleid tot de geboorte van biggen die minder ver volgroeid zijn. Verder blijkt dat de erfelijke aanleg voor groei is toegenomen, die voor spekdikte fors is afgenomen en die voor vleeskwaliteit is verminderd. Het gebruik van sperma uit een genenbank biedt unieke mogelijkheden om de erfelijke vooruitgang voor een groot aantal kenmerken te meten. Dit geldt in het bijzonder voor die kenmerken die niet routinematig in de praktijk van de fokkerij verzameld worden.
sluit