|
Inteelt, het bewust paren van verwante ouderdieren, levert bij zoogdieren en ook bij varkens risico’s op van een verminderde
vruchtbaarheid, zwakke gezondheid en meer sterfte. In kleine populaties is het paren van verwante ouderdieren echter al snel
onvermijdelijk. In kleine populaties is de kans heel groot dat een zeldzame erfelijke factor, een zeldzaam allel, door toeval
niet doorgegeven wordt aan dieren in de volgende generatie. Als het een factor is die de fokker graag terugziet in de volgende
generatie, is dit dus niet gewenst. Dat zijn twee redenen om een populatie voldoende groot te houden.
|
|
© Nationaal Veeteeltmuseum |
|
|
Wil selectie op korte en op lange termijn echt resultaat boeken, dan moeten de populaties waarin geselecteerd wordt groot
genoeg zijn en moet inteelt voorkomen worden. De selectielijnen van fokkerijorganisaties zijn daarom al snel honderden dieren
groot. Moedereigenschappen hebben een lagere erfelijkheidsgraad dan de meeste vleesproductiekenmerken. Wil de fokwaarde voor
een moedereigenschap net zo nauwkeurig geschat kunnen worden, als de fokwaarde voor een eigenschap van vleesproductie dan
zijn er veel meer metingen en dus veel dieren nodig. In de praktijk bestaan zeugenlijnen uit vierduizend zeugen en worden
er jaarlijks minimaal veertig beren ingezet. Berenlijnen bestaan uit vijfhonderd zeugen en jaarlijks worden er vijfentwintig
verschillende beren ingezet.
|
|
|
Met de huidige methoden voor fokwaardeschatting kan met behulp van de verschillende informatiebronnen een hoge betrouwbaarheid
worden verkregen waardoor de verschillen in fokwaarde nauwkeurig vast te stellen zijn. Dat maakt het voor fokkerijinstellingen
aantrekkelijk om alleen de allerbeste dieren te selecteren als ouders van de volgende generatie. Dit leidt echter ook tot
een toename van de verwantschap tussen de dieren en tot inteelt. Daarom gebruiken de meeste fokkerijinstellingen computerprogramma’s
voor de selectie van ouderdieren waarbij naast de fokwaarde ook rekening wordt gehouden met de verwantschap van het ouderdier
met de gehele populatie. Tot slot worden de geselecteerde dieren in de stal bekeken om een laatste selectieronde toe te passen.
Zo worden genetische vooruitgang en inteelt geoptimaliseerd.
|
|
|