Viskweek

Kweekvis en schelpdieren hebben geen jarenlange selectie ondergaan zoals de zoogdieren en vogels die op boerderijen gehouden worden. Bij de vissoorten is er bovendien geen scherpe scheiding tussen gedomesticeerde en wilde populaties. Kwekers gebruikten tot voor kort regelmatig ‘wild’ uitgangsmateriaal om te kruisen met gedomesticeerde vissen in een visteeltsysteem. Nu maken natuurbeschermers zich zorgen over gekweekte vis die ontsnapt en zich gaat kruisen met vissen uit wilde populaties.
Vissen hebben in fokprogramma’s een aantal voordelen boven landbouwhuisdieren:
Bij vissen hebben de vrouwelijke dieren een heel hoge vruchtbaarheid en zij produceren veel eieren. De productie van eieren is afhankelijk van de veranderingen in de hoeveelheid licht per dag en de temperatuur van het water. De hoge vruchtbaarheid maakt het mogelijk om heel intensief te selecteren en om het fokprogramma sterk te concentreren (op één plaats).
Bij vissen vindt de bevruchting buiten het lichaam plaats. Bij veel soorten kunnen de verzamelde eieren en sperma in porties verdeeld worden. Zo zijn er veel mogelijkheden om manlijke en vrouwelijke dieren te paren en verschillende groepen van broertjes en zusjes te maken.
Het produceren en houden van fokdieren is bij vissen veel goedkoper.

Vissen in een kweekvijver
Vissen hebben in fokprogramma’s ook nadelen ten opzichte van landbouwhuisdieren:
De vissen zijn in een jong stadium heel klein en daardoor ongeschikt om te merken.
Omdat vissen een hoge vruchtbaarheid hebben, is de verleiding groot om slechts met een paar ouderdieren de volgende generatie te fokken. Hierdoor kan in een gesloten populatie inteelt gemakkelijk optreden en dat kan desastreuze gevolgen hebben.
sluit