|
Bij het opzetten van fokprogramma’s is de individuele herkenning heel belangrijk. Bij landbouw huisdieren zijn individuen
eenvoudig te herkennen en kan van elk dier de afstamming en de fokwaarde bepaald worden. Bij vissen is het individueel herkennen
moeilijk omdat de larven van vissen klein en talrijk zijn. Zij moeten dus gemerkt worden. Daarvoor moeten ze eerst een bepaalde
grootte hebben bereikt. Groepen van volle broers en zussen moeten als groep bijeengehouden worden tot ze groot genoeg zijn
om hen te merken. Dit is kostbaar. Het alternatief is de dieren te selecteren op grond van hun eigen prestatie, zonder rekening
te houden met afstamming. Deze methode heeft echter het nadeel dat verwante dieren geselecteerd kunnen worden, waardoor het
risico op inteelt toeneemt.
|
|
|
|