|
Bij vis levert individuele en familieselectie meer op dan selectie op basis van nakomelingen. Bij deze laatste methode wordt
het generatie-interval al snel een factor twee groter. Voor groei is individuele selectie goed toepasbaar en voor de overige
kenmerken familieselectie. Bij beide vormen is identificatie en registratie noodzakelijk, ook om inteelt te voorkomen. Genotype
milieu-interactie is aangetoond bij Tilapia’s die in verschillende kweeksystemen worden gehouden. Tot nu toe wordt in de selectie
geen rekening met genotype milieu-interactie gehouden. De nakomelingen van de geselecteerde ouders worden op de productiebedrijven
op grote schaal gehouden.
|
|
|
Het is van groot belang dat de erfelijke vooruitgang die op het fokstation behaald wordt, zo snel mogelijk op de productiebedrijven
terechtkomt. Dit kan op twee manieren; direct door het materiaal van het fokstation te gebruiken op de productiebedrijven
of indirect via vermeerderingsbedrijven die jonge vissen verkopen aan productiebedrijven. Dit laatste leidt tot één generatie
vertraging. Soms zijn er aan het fokstation teststations verbonden, waar de selectiekenmerken worden verzameld.
|
|
|
|