Home | Algemene theorie | Theorie rundvee | Download het antwoordformulier

11 Het bepalen van het vaderschap van een kalf in geval van twijfel

Boer Karelse liet op een dag twee koeien insemineren. Koe Geesje 1 was een kleine, brede, platte koe, die hij liet insemineren met sperma van Lord Lilly, een grote, smalle stier. Koe Berta 1 was groot en smal. Die liet hij insemineren met sperma van Cash, een kleine, brede, platte stier. De koeien bleken allebei drachtig te zijn en na negen maanden kalfde eerst Geesje af en kreeg een mooi vaarskalf: Geesje 2. Een paar dagen later kreeg ook Berta een vaarskalf: Berta 2. Beide kalfjes mochten opgroeien, maar tot verbazing van Karelse bleef het kalf van Geesje 1 erg klein en plat en het kalf van Berta 1 werd heel erg groot en smal. Opeens herinnerde Karelse zich dat de moeders op dezelfde dag geïnsemineerd waren. De inseminator zou het sperma toch niet verwisseld hebben? Hij bespreekt dit met Harry van de fokvereniging die de stamboekregistratie verzorgt. Harry neemt haarmonsters van de kalveren en de moeders voor DNA-onderzoek bij het Van Haeringen Laboratorium in Wageningen. Hij weet dat Lord Lilly en Cash als KI-stieren daar standaard al onderzocht zijn. Harry is erg nieuwsgierig en weet bij het laboratorium zelf de uitslagen te bemachtigen. Die zien er als volgt uit:
Merkers van kalveren, vaders en moeders op 16 loci:

Locus

Geesje 2

Berta 2

Geesje 1

Berta 1

Lord Lilly

Cash

1

266/266

262/266

266/266

266/266

262/266

266/266

2

182/188

180/188

180/182

180/188

178/180

180/188

3

127/135

133/139

127/135

133/137

125/139

127/127

4

92/96

96/102

92/100

102/102

96/98

96/102

5

189/189

185/189

189/193

189/189

185/193

189/197

6

213/219

219/219

219/223

217/219

219/219

213/219

7

148/148

140/150

148/150

148/150

140/150

140/148

8

117/117

127/129

117/131

117/129

117/127

117/127

9

142/148

142/154

148/148

142/142

142/154

142/148

10

292/294

292/294

292/294

288/292

288/294

288/294

11

214/214

202/210

214/214

202/214

210/214

208/214

12

248/248

248/248

248/252

248/252

248/248

248/248

13

143/161

143/163

143/171

149/163

143/149

161/163

14

117/121

117/121

115/117

115/117

115/121

115/121

15

87/103

89/103

87/87

89/103

103/103

93/103

16

162/168

168/186

162/162

168/172

168/186

168/172


Hoe kan Harry er voor boer Karelse achter komen of bij inseminatie het sperma van de twee stieren verwisseld is?

Algemene theorie: