|
5 Kruising geeft minder problemen dan zuivere teelt
|
|
Varkenshouder Rosé heeft tot nu toe zijn Landvarken zeugen altijd gekruist met een Groot Yorkshire beer. Dat leverde vitale
biggen op met weinig problemen. Zijn vaste afnemer was dik tevreden. De Landvarken gelten, vrouwtjes die nog nooit gejongd
hebben, die hij nodig heeft, koopt hij van zijn fokkerijorganisatie. Maar boer Rosé vindt dat hij daarmee risico’s loopt.
Hij weet niet altijd waar deze gelten vandaan komen en na een paar dagen op zijn bedrijf zijn ze altijd wat ziek. Hij besluit
zijn beste Landvarken zeugen te insemineren met Landvarken sperma van de beste beer van zijn fokkerijorganisatie en hij wil
de beste biggen zelf opfokken tot gelt. Zijn vaste afnemer die normaal gesproken de gekruiste biggen afmest, wil de zuivere Landvarken tomen ook wel afmesten. Maar
wat hij nog nooit meegemaakt heeft, beleeft hij nu. Zijn afnemer klaagt over sterfte onder de afgemeste landvarkens. Hij heeft
er regelmatig tomen bij waar soms wel een kwart van de mestvarkens dood op het slachthuis aankomt. Boer Rosé denkt dat hij
zich verschrikkelijk vergist heeft in de Landvarken beer die hij heeft gebruikt. Zijn dierenarts wil echter ook haarwortels
van een zeug en van haar toom biggen laten onderzoeken. Een toom uit dezelfde combinatie van vader en moeder gaf vijfentwintig
procent sterfte. De haarwortels laat hij onderzoeken bij een laboratorium in Wageningen. Het Van Haeringen laboratorium test
het materiaal op halothaangevoeligheid, een enkelvoudig recessief gen. Halothaangevoelige dieren zijn stressgevoelig en dat
geeft vaak sterfte. Het genotype van de beer hebben zij daar al. De resultaten zijn als volgt:
|
|
1. De zeug en de gebruikte landvarkenbeer zijn heterozygoot; |
|
2. Vijf van de tien biggen zijn heterozygoot; |
|
3. Twee van de tien biggen zijn homozygoot negatief; |
|
4. Drie van de tien biggen zijn homozygoot positief. |
|
|
|
|
|
Welk fokkerijadvies geef je varkenshouder Rosé mee? |
|
|
|
|