Home | Algemene theorie | Theorie rundvee | Download het antwoordformulier

8 Uitwerking van een rotatiekruising bij melkvee

Traditioneel wordt er in de melkveehouderij niet gekruist. De melkkoeien zijn vaak van een zuiver ras. Wereldwijd lijken er niet veel melkveerassen over te blijven. In sommige populaties, bijvoorbeeld in die van de Holstein Friesians, is er met een klein aantal stiervaders gefokt. Daardoor worden er steeds vaker dieren met elkaar gepaard die gemeenschappelijke voorouders hebben. De nakomeling is dan ingeteeld. 
Door de gevolgen van inteelt (meer kalversterfte, lagere vruchtbaarheid, minder weerstand tegen ziekten) neemt de laatste jaren de belangstelling voor het kruisen bij melkvee toe. Omdat een koe zelf in haar leven gemiddeld een klein aantal vaarskalveren krijgt, wordt een groot deel van deze vaarskalveren zelf ook weer als melkkoe ingezet. Als zo’n vaarskalf een kruisingskalf is, moet deze ook weer geïnsemineerd worden voor de vervanging van de melkveestapel. Daarom overwegen melkveehouders een rotatiekruising., waarbij systematisch gekruist wordt met twee of drie verschillende rassen.

Werk in een schema een rotatiekruising met drie rassen uit (begin met Holstein koeien en gebruik ook het Jersey- en Brown Swiss-ras) en noem de voor- en nadelen van een rotatiekruising.

Algemene theorie:

Theorie rundvee: