Home | Algemene theorie | Theorie rundvee | Download het antwoordformulier

14 Heterosis in een rotatiekruising

Op de Peelhoeve houden de gebroeders Jansen samen driehonderd raszuivere Holstein Friesian koeien. De broers zijn echte fokkers die jaarlijks streng in het internationale aanbod van topstieren selecteren. Hun koeien geven veel melk, maar de kalversterfte is aan de hoge kant en de gezondheid en vruchtbaarheid van hun koeien is veel slechter dan van de koeien die ze twintig jaar geleden hadden. Toen ze dat op een studiedag aan een Wageningse onderzoeker voorlegden, mompelde die iets over inteelt. Maar dat begrepen ze meteen.
In hun strenge selectie van topstieren is het steeds moeilijker om een stier te vinden die weinig verwant is aan de koeien in hun veestapel. Hun neef die Dierwetenschappen studeert, heeft nu een kruisingsschema voor ze uitgewerkt met Holstein en Jerseys. In dat plan wordt eerst de beste Jersey stier ingezet voor inseminatie van de Holstein dieren. Vervolgens worden de gekruiste dieren van de eerste generatie weer geïnsemineerd met de beste Holstein stier en hun nakomelingen weer met de beste Jersey stier. Zo schakelen ze over naar een Holstein Friesian * Jersey rotatiekruising.

Wanneer een eerste kruising honderd procent heterosis oplevert, wat is dan het heterosispercentage in een rotatiekruising na een aantal generaties (in een stabiele situatie)?

Algemene theorie:

Theorie rundvee: