|
14 Wat houdt een rotatiekruising in stand bij tegenvallers?
|
|
Op het biologische bedrijf ‘het vrolijke varken’ wordt een rotatiekruising uitgevoerd met twee moederlijnen Topigs 30 en Topigs
50. De 10% beste zeugen (best wil zeggen met het grootste aantal gespeende biggen in de eerste worp) met een vader uit Topigs
30 worden geïnsemineerd met sperma van Topigs-50-beren. De beste 10% zeugen uit die kruising wordt weer geïnsemineerd met
sperma van Topigs-30-beren. De beste 10% zeugen uit die kruising wordt weer geïnsemineerd met sperma van Topigs-50-beren.
En zo gaat dat door. In elke generatie worden de overige zeugen (90%) steeds geïnsemineerd met sperma van Talent-beren om
de vleesvarkens te leveren.
|
|
De ervaring leert dat die verhouding 10:90 ervoor zorgt dat er steeds genoeg fokzeugen zijn om de moederlijn in stand te houden.
Bovendien zorgt het ervoor dat een maximaal aantal vleesvarken van de Talent-beren afstamt. Bij de vleesvarkens wil je zo
weinig mogelijk dieren met een vader uit Topigs 30 of 50 hebben, omdat die enigszins achterblijven in groei en slachteigenschappen.
Helaas zijn er door de opeenstapeling van tegenvallers in de vijfde generatie met een Topigs-50-beer als vader, te weinig
jonge zeugen om te insemineren met sperma van een Topigs-30-beer. Je haalt in deze generatie bij lange geen 10%. Het rotatieschema
lijkt in duigen te vallen.
|
|
|
|
|
|
Hoe kan het biologisch bedrijf de rotatiekruising toch in stand houden? |
|
|
|
|
