Home | Algemene theorie | Theorie rundvee | Download het antwoordformulier

16 Het effect van de voorouders in een stamboom op de erfelijke aanleg van een stier

In de foktechnische commissie van de Charolais KI-vereniging wordt de mogelijke inzet van een nieuwe jonge stier besproken. De stier voldoet helemaal aan de exterieur eisen: hij ziet er mooi uit en heeft een forse hoogtemaat. Hij heeft in het eerste levensjaar een hoge waarde gescoord voor vleesproductie-eigenschappen. De voorzitter stelt voor deze stier goed te keuren voor inzet. Maar de secretaris, een man met een verschrikkelijk goed geheugen, stelt voorzichtig de vraag of dat wel verstandig is. Hij herinnert zich de overgrootmoeder van deze jonge stier maar al te goed.Die was naar de huidige begrippen veel te klein. Hij vindt daarom dat deze stier niet ingezet moet worden.

Welke argumenten kun jij de voorzitter meegeven om deze stier wel in te zetten?

Algemene theorie:

Theorie rundvee: